Nieuw onderzoek toont aan dat deze kille dwergplaneet ooit had wat nodig is om leven te herbergen

Ceres is een dwergplaneet in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Het is het grootste object in de regio. Hoewel de huidige omstandigheden op deze dwergplaneet doen vermoeden dat hij onbewoonbaar is, toont onderzoek aan dat dit ruwweg 2-2,5 miljard jaar geleden misschien niet het geval was.

Eerdere studies toonden aan dat een onderliggend pekelreservoir hete vloeistof aan het oppervlak van Ceres leverde. Andere onderzoekers ontdekten ook organische moleculen op de dwergplaneet. Al deze onderzoeken werden uitgevoerd door de nu gepensioneerde Dawn-missie. Deze bevindingen waren mogelijke aanwijzingen voor een periode van bewoonbaarheid op Ceres.

Nu heeft een nieuw gepubliceerd onderzoek meer bewijs geleverd ter ondersteuning van wat die eerdere onderzoeken aantoonden. De onderzoekers in deze nieuwe studie creëerden thermische en chemische modellen om de omstandigheden in het binnenste van Ceres door de jaren heen na te bootsen. Ze ontdekten een fenomeen dat veel voorkomt in ons zonnestelsel. Hun bevindingen suggereren dat Ceres een constante aanvoer van heet water met opgeloste gassen kan hebben gehad. De hitte zou afkomstig zijn van radioactief verval in het rotsachtige binnenste van de dwergplaneet.

Wanneer op aarde heet water uit de diepe ondergrond zich met de oceaan mengt, is het resultaat vaak een buffet voor microben - een feest van chemische energie. Het zou dus grote gevolgen kunnen hebben als we kunnen vaststellen of de oceaan van Ceres in het verleden een instroom van hydrothermale vloeistof heeft gehad. - Sam Courville, hoofdauteur van het onderzoek.

Tot nu toe heeft echter nog geen enkele studie enig bewijs gevonden dat de dwergplaneet ooit leven heeft gehuisvest. Maar deze resultaten doen wetenschappers vermoeden dat lichamen die op Ceres lijken ook ooit bewoonbaar kunnen zijn geweest.