Nvidia verhoogt prijzen met 5 tot 15 procent door exportbeperkingen

Nvidia past zijn prijsstrategie aan in reactie op een samenloop van externe druk. Volgens informatie over de toeleveringsketen van Digitimes Taiwanheeft het bedrijf een verlies van $5,5 miljard geleden nadat Washington de verscheping van zijn H20-chips naar China had geblokkeerd. Tegelijkertijd heeft de verschuiving van de Blackwell-productie naar de Arizona-fabriek van TSMC - en de daarmee gepaard gaande hogere kosten voor materiaal, logistiek en tarieven - de kosten sterk opgedreven.

Om de marges te beschermen heeft Nvidia "voor bijna al haar producten" de officiële prijzen verhoogd en bestuurspartners toestemming gegeven dit voorbeeld te volgen. De prijzen voor het vlaggenschip, de GeForce RTX 5090, zijn gestegen van ongeveer NT$90.000 naar NT$100.000 ($2.966 naar $3.295) - een stijging van meer dan 10 procent sinds de lancering - terwijl andere kaarten uit de RTX 50-serie 5-10 procent duurder zijn geworden. Datacenter hardware is niet gespaard gebleven: H200- en B200-modules kosten nu ongeveer 10-15 procent meer, een stijging die serverleveranciers beginnen door te berekenen aan klanten.

Ondanks het exportverbod en de hogere tarieven blijft de vraag naar AI-silicium van Amerikaanse en internationale cloudserviceproviders sterk. Contactpersonen in de toeleveringsketen verwachten daarom dat de resultaten van Nvidia voor het kwartaal dat eind mei eindigt, binnen de eerdere verwachtingen zullen blijven en "uitstekende winstresultaten" zullen laten zien Het bedrijf boekte in zijn meest recente kwartaal een omzet van $39,3 miljard en heeft voor de huidige periode een prognose van ongeveer $43 miljard afgegeven, wat een jaar-op-jaar groei van ongeveer 65 procent betekent.