$2,6 miljard voor controversieel CCS-project: Europese bedrijven gaan CO2 opslaan in de Noordzee

Een Noors project om een Europees netwerk voor koolstofafvang en -opslag (CCS) te creëren zal $2,6 miljard (27 miljard kronen) kosten. Het 'Longship'-project op het Noorse eiland Blomoyna maakt deel uit van een poging om industriële vervuiling tegen te gaan. Het doel is om CO2 uit industrieën zoals de cement-, kunstmest- en staalindustrie, in een ongerept zout grondwaterreservoir dat zich diep onder de zeebodem bevindt.

Het experimentele project wordt ook gesteund door de Duitse regering en de Europese Unie. Maar het dure proces kan slechts een klein deel van de kooldioxide afvangen die gedeeltelijk verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. In plaats van te proberen op de productie van CO2 te stoppen, hopen verschillende bedrijven te stoppen, hopen verschillende bedrijven een eenvoudiger manier te vinden.

Offshore opslag in de Noordzee is inherent duurder dan onshore opslag. De oplossingen die momenteel besproken worden, dreigen de technologie onbetaalbaar duur te maken.

- Jens Burchardt, een Berlijnse partner van de Boston Consulting Group

Het is een experiment omdat het nog niet duidelijk is hoe kooldioxide veilig over nationale grenzen heen getransporteerd en vervolgens in zee begraven kan worden. De complexe technologie vereist dat de vervuilende stof wordt samengeperst, gedroogd en ofwel vloeibaar wordt gemaakt en op een schip wordt geladen of via een pijpleiding naar een opslagfaciliteit wordt geleid die verbonden is met producenten in heel Europa. Northern Lights is samen met andere bedrijven verantwoordelijk voor de ontwikkeling en exploitatie van de CO2 transport- en opslagfaciliteiten van het project.