China bouwt 's werelds eerste door wind aangedreven datacenter onder water

Hoewel datacenters de ruggengraat van de digitale wereld vormen, worden ze ook steeds belangrijker voor de volksgezondheid en het milieu. Een typisch groot datacenter kan dagelijks 3 tot 7 miljoen liter water verbruiken voor koeling. Dit water wordt vaak onttrokken aan drinkwatervoorraden, wat de lokale waterschaarste kan verergeren. Daarnaast zijn de meeste datacenters afhankelijk van fossiele energiecentrales, die vaak gevaarlijke luchtverontreinigende stoffen uitstoten die het risico op ademhalings- en hart- en vaatziekten bij de omringende bevolking verhogen.

Als mogelijke oplossing voor deze uitdagingen heeft China onlangs de voltooiing aangekondigd van 's werelds eerste onderwater datacenter (UDC) project in Lin-gang. Het project, waarin 1,6 miljard yuan (226 miljoen dollar) is geïnvesteerd, betekent een grote stap voorwaarts in de ontwikkeling van groene en koolstofarme computerinfrastructuur.

Het project is ontworpen om de nadelen voor het milieu van zijn tegenhangers op het land direct aan te pakken. Er wordt verwacht dat het voor meer dan 95% van zijn stroomverbruik zal vertrouwen op groene bronnen. Het is ook ontworpen om het waterverbruik met 100% te verminderen, 90% minder land te gebruiken en het totale energieverbruik met 22,8% te verlagen.

Volgens het administratieve comité van Lin-gang is de voltooiing van dit 24 megawatt onderwater datacenter een belangrijke mijlpaal in de geïntegreerde ontwikkeling van UDC en offshore hernieuwbare energie.